Intergenerationeel trauma

Intergenerationeel trauma is trauma dat generaties lang doorwerkt wanneer het niet erkend en opgepakt wordt. Vooral de tweede en derde generatie vinden de weg naar intergenerationele traumatherapie. Zij willen de problemen doorbreken die in vorige generaties zijn ontstaan. 

Voorbeeld

In 1951 komt een Molukse KNIL-militair (eerste generatie) met zijn gezin in Nederland. Hij is getraumatiseerd door oorlog tijdens de Japanse bezetting, de onafhankelijkheidsoorlog en aankomst en verblijf in Nederland. Hij zwijgt over de traumatische gebeurtenissen. Maar het trauma kan zich wel uiten in bijvoorbeeld zeer strenge opvoedmethoden met fysieke mishandeling (lijfstraffen), depressie, verslaving of lichamelijke klachten.

 

Zijn kinderen (tweede generatie) voelen dat de ouders verdriet hebben. Zij ondergaan de gevolgen van het trauma, maar kunnen het niet plaatsen. Ze dragen het verdriet van de eerste generatie en stellen zich in dienst van de ouders. Deze belasting kan leiden tot fysieke en psychische klachten, persoonlijkheidsstoornissen en hechtingstrauma.

 

De kleinkinderen (derde generatie) gaan op zoek naar antwoorden. Ze zien dienstbare en belaste ouders, die echter niet weten wie ze zijn. Doordat kennis over het verleden ontbreekt, heeft de derde generatie vragen over de eigen identiteit. Hierbij kunnen fysieke en mentale problemen ontstaan. Deze generatie stelt vragen aan de eerste generatie en doorbreekt daarmee het zwijgen.

Familiesysteem en trauma

Hoe krijg je te maken met intergenerationeel trauma? Waarom werkt het bijvoorbeeld bij het ene gezinslid heviger door dan bij het andere?

Een familie kun je zien als een systeem dat zoekt naar balans. Als een generatie uit evenwicht raakt door trauma, en dit trauma wordt niet opgelost, dan zoekt het systeem iemand die het kan oppakken. Daarom gaan kinderen ongewild de trauma’s van hun ouders dragen. Het dragen van verdriet is dus niet een individuele keuze, maar ‘het lot’ dat op iemand in de familie rust.

Wanneer het trauma wordt aangekeken, erkend en verwerkt, kan de balans zich herstellen in het familiesysteem.

Aanpak

1. Kennismaken

Je hebt een telefonisch kennismakingsgesprek van ongeveer 15 minuten. Je bespreekt kort je situatie en je krijgt uitleg over de werkwijze en aanpak.

2. Genogram

Tijdens de eerste afspraak teken je een genogram: een stamboom van je familie vanaf (meestal) je overgrootouders, met naam en leeftijd van de familieleden. Je gebruikt informatie die je zelf hebt en desgewenst vraag je informatie op bij familieleden. Ook overleden familieleden of levenloos geboren kinderen hebben een plek in het genogram.

Terwijl je dit opstelt, komen belangrijke gebeurtenissen uit de familie naar voren en zie je patronen. Ook denk je na over de vraag: wat is jouw verlangen en wat weerhoudt jou ervan om te leven naar dat verlangen?

Het maken van een genogram duurt ongeveer twee uur.

3. Opstelling

Al tekenend en pratend krijg je zicht op verborgen intergenerationeel trauma. Dit kan confronterend zijn. Soms kan er zoveel spanning zijn rondom gebeurtenissen, dat je EMDR nodig hebt als deelbehandeling. Maar meestal is het voldoende om na het maken van het genogram een aantal dagen tot weken tijd te nemen, zodat alles kan bezinken. Daarna ga je verder met een familieopstelling of traumaopstelling.

4. Verslaglegging

Aan het eind van het traject ontvang je een uitgebreid verslag met het genogram, een beschrijving van de familie- of traumaopstelling en de verkregen inzichten.

5. Nazorg

Je kunt bellen wanneer er vragen opkomen na beëindiging van het traject.